De miljonair kwam eerder thuis en wist niet wat hij zag. Karel van den Berg had zich nog nooit zo verlaten gevoeld als de afgelopen maanden. De succesvolle ondernemer, die een van de grootste bouwbedrijven van Amsterdam leidde, ontdekte dat al zijn geld niets waard was wanneer het ging om het helen van het gebroken hart van een driejarig meisje.
Toen besloot hij eerder weg te gaan bij de vergadering met Japanse investeerders. Iets in hem duwde hem naar huis, een vreemd gevoel dat hij niet kon verklaren. Toen hij de deur van de keuken in zijn herenhuis in Amsterdam-Zuid opende, moest hij zich vasthouden aan de deurpost om niet om te vallen.
Zijn dochter Lieke zat op de schouders van het huishoudelijk hulp, terwijl ze samen een kinderliedje zongen en de afwas deden. Het meisje lachte op een manier die hij maanden niet had gezien. “Nu goed schrobben hier beneden, prinsesje,” zei Marjolein, het huishouden hulp, terwijl ze de kleine handjes van het kind begeleidde. “Kijk, wat ben jij een slimme meid.” “Tante Mieke, mag ik bellen blazen met het sop?” vroeg Lieke met een helder stemmetje waarvan Karel dacht dat hij het nooit meer zou horen.
De zakenman voelde zijn knieën trillen. Sinds Daniëlle was overleden bij een auto-ongeluk, had Lieke geen woord meer gezegd. De beste kinderpsychologen van het land verzekerden hem dat het normaal was, dat het meisje tijd nodig had om het verlies te verwerken. Maar hier, in die keuken, praatte ze vrolijk alsof er niets was gebeurd.
Marjolein merkte zijn aanwezigheid op en liet bijna het meisje van haar schouders glijden. “Meneer Van den Berg, ik had niet verwacht—” begon ze zenuwachtig. “Papa!” riep Lieke, maar trok zich meteen terug alsof ze iets verkeerds had gedaan. Karel rende naar zijn werkkamer en smeet de deur achter zich dicht. Zijn handen trilden toen hij een glas whisky inschonk.
De scène die hij net had gezien, achtervolgde hem. Hoe had die jonge vrouw in slechts een paar maanden bereikt wat hij niet kon? Waarom praatte zijn dochter met de hulp op een manier die ze niet meer met hem deed?
De volgende ochtend deed Karel alsof hij naar werk ging, maar parkeerde de auto een paar straten verder en liep terug. Hij moest begrijpen wat er thuis gebeurde. Hij sloop via de achterdeur naar binnen en ging meteen naar zijn werkkamer, waar hij snel enkele kleine camera’s installeerde die hij onderweg had gekocht.
Die hele week verliet hij eerder zijn werk om de opnames te bekijken. Wat hij ontdekte, verwarde hem nog meer. Marjolein de Vries, slechts 24 jaar oud, maakte van elke huishoudelijke klus een educatief spel. Ze praatte met Lieke over alles, van de kleuren van de was die ze opvouwde tot de ingrediënten van het eten dat ze kookte.
“Kijk, prinsesje, hoeveel wortels hebben we hier?” zei Marjolein terwijl ze de groente sneed. “Eén, twee, drie, vijf!” antwoordde Lieke terwijl ze in haar handjes klapte. “Goed zo, wat ben jij slim! En weet je waarom wortels oranje zijn?” “Nee, tante Mieke!” “Omdat ze een speciale vitamine hebben die onze ogen sterk maakt, zodat we alle mooie dingen in de wereld kunnen zien.”
Karel keek naar deze scènes met een mengeling van dankbaarheid en jaloezie. Dankbaar omdat zijn dochter duidelijk aan het herstellen was. Jaloers omdat hij niet wist hoe hij zo’n band moest creëren, die tussen hen tweeën zo natuurlijk leek.
De opnames lieten ook iets verontrustends zien. Mevrouw Jansen, de huisbeheerster die al twintig jaar voor de familie werkte, keek Marjolein voortdurend met wantrouwen aan. De 62-jarige vrouw, die Karel zelf had helpen opvoeden, keurde duidelijk de methodes van de jongere hulp af.
“Mieke, je gaat te ver,” hoorde Karel Mevrouw Jansen zeggen in een van de opnames. “Het is niet jouw taak om het meisje op te voeden. Je bent hier om het huis schoon te maken.”
“Mevrouw Jansen, ik probeer alleen maar te helpen,” antwoordde Marjolein zacht maar vastberaden. “Lieke is een bijzonder meisje.” “Bijzonder of niet, het gaat jou niets aan. Doe je werk en klaar.”
De spanning was voelbaar, zelfs door het computerscherm. Karel besefte dat er twee werelden in zijn huis botsten, en hij zat midden in een stille oorlog waarvan hij niet eens wist dat die bestond.
Die donderdag kreeg hij een telefoontje dat alles zou veranderen. Het was de directrice van de crèche waar Lieke pas was begonnen. “Meneer Van den Berg, ik heb geweldig nieuws,” zei juffrouw Van Dijk. “Lieke begint eindelijk met de andere kinderen te spelen. Vandaag speelde ze in het speelhuisje met drie andere meisjes en vertelde ze verhalen over hoe ze tante Mieke thuis helpt.”
Karel liet de papieren op zijn bureau vallen. “Hoe bedoelt u, juffrouw? Ze zei dat ze leert koken, dat tante Mieke verhaaltjes vertelt over prinsessen die thuis helpen…”
“Het is verbazingwekkend hoe het kind veranderd is. Heeft u een nieuwe behandeling geprobeerd?”
“Nee, niet precies—” stamelde Karel.



